Intramuraal

Introductie

De hoeveelheid beweging van bewoners in een verpleeghuis is sterk afhankelijk van het personeel en de omgeving. De Beweeggids biedt handvatten om bewegen voor mensen met dementie toegankelijk te maken.
Drie situaties waarin men meer kan bewegen: 

  1. Overdag op de groep veel bewegen;
  2. Bewegen koppelen aan verzorgingsmomenten;
  3. Bewegen op de kamer buiten verzorgingsmomenten om.

Mensen overdag laten bewegen op de groep

Algemene tips

Onderbreek stilzitten regelmatig, bij voorkeur eens per half uur. Maak daarnaast een gewoonte van beweegactiviteiten. Bij mensen met dementie kan het verschil in wat zij kunnen, willen en hoe ze aangesproken kunnen worden groot zijn. Er zijn daarom geen standaardmethoden om hen meer te laten bewegen. Probeer uit te vinden wat werkt, bekijk bijvoorbeeld de Tips om beweegmomentjes te laten slagen.

Bewegen door alledaagse activiteiten en geschikte omgeving

Het helpt wanneer je een situatie creëert die vanzelf uitnodigt om te bewegen. Kijk hiervoor naar:

  • Beweegmomentjes: tips hoe je mensen aanzet tot bewegen door ze te helpen, hen met eenvoudige oefeningen aan tafel laat bewegen en ‘trucjes’ waarmee mensen meer bewegen. 
  • Beweegvriendelijke inrichting: tips om de binnen- en buitenruimte zo in te richten dat het bewegen stimuleert, en informatie over spellen en materialen die je aan kunt schaffen. 

Beweeguurtje

Oefenen in groepsverband stimuleert veel cliënten om mee te doen. Plan aan de hand van de oefeningen in de beweeggids een sessie van ongeveer 45 minuten. Wil je een kortere sessie, bekijk dan het hoofdstuk Oefenseries. Dit zijn series van 7, 9 of 12 tot 18 minuten.  

Wandelen

Wandelen is goed voor de conditie. Bovendien kom je buiten, wat goed is voor de botten, spieren en het immuunsysteem. Bij het onderdeel wandelen staan tips die helpen om iemand te motiveren, een veilige route te kiezen en om rust in te bouwen als dat nodig is.

Dagprogramma

Onderstaande suggesties bieden inspiratie voor een dagindeling met veel beweegmomenten. Let op: de verzorgingsmomenten van ‘s ochtends opstaan en ‘s avonds naar bed gaan zijn niet meegenomen. 

  • Vraag bij aankomst of de cliënt iets wil doen zodat hij/zij niet meteen gaat zitten. Bijvoorbeeld: spullen klaarzetten voor een activiteit, krant of post halen. 
  • Laat de cliënt meehelpen met het koffieritueel. Creëer een situatie waarbij je zo weinig mogelijk zelf doet. Doe voor of na de koffie een oefening uit de Beweeggids op of achter de stoel.
  • Er zijn vast actieve huishoudelijke- of tuinklusjes die passen bij de cliënt. Klussen als opruimen, stofzuigen, terras vegen en bloemen water geven.
  • Doe als groep mee met Nederland in Beweging (staand of vanuit de stoel), loop een blokje om, kies een beweegspelletje, doe samen een aantal beweegoefeningen of laat cliënten helpen met de voorbereiding van het middageten. 
  • Laat cliënten tijdens de lunch zoveel mogelijk zelf doen. Gebruik bijvoorbeeld een buffet zodat ze vaker opstaan om nog eens op te scheppen, of zet de pannen op tafel: het doorgeven is bewegen en een sociale handeling.
  • Een wandeling na het eten is goed voor de spijsvertering. Je kunt daarnaast verschillende activiteiten stimuleren: zet bijvoorbeeld een sjoelbak neer, hang een lijst met klusjes op of doe een activiteit op muziek voor meer energie.
  • Probeer ter afronding van de dag nog enkele klusjes in te bouwen.

Beweegoefeningen koppelen aan specifieke verzorgingsmomenten 

De oefeningen uit de Beweeggids kunnen helpen beweging te koppelen aan verzorgingsmomenten. De meeste oefeningen kosten weinig tijd. Vraag je je af wat nog veilig is, overleg dan met een beweegprofessional uit je eigen organisatie of bijvoorbeeld een externe fysiotherapeut. Oefen eventueel eerst met een collega. Maak het een vast onderdeel van je bezoek aan de cliënt en neem het waar mogelijk op in het zorgplan. Wanneer het een gewoonte is, leidt dat mogelijk tot minder discussie met de cliënt. 

Bewegen op de kamer buiten de verzorgingsmomenten om

Vraag aan de bewoner welke oefening hij/zij graag wil doen of bepaal zelf welke oefening uit de Beweeggids hij/zij volgens jou nodig heeft om bijvoorbeeld beter op te staan uit de stoel of flexibiliteit te behouden bij het aankleden. Bezoek de pagina Kies je beweegprogramma voor het totale overzicht. Vind je het fijn om samen met een instructiefilmpje mee te doen, kijk dan bij het hoofdstuk Oefenseries. Hier vind je diverse series van 7, 9 en 12 tot 18 minuten. 

Muziek kan helpen beweging uit te dagen en kan ertoe leiden dat mensen vanuit zichzelf gaan bewegen. Weet je dat iemand van muziek houdt? Zet dit dan in. Vraag welke muziek men leuk vindt of probeer diverse muzieksoorten uit. Bewegen kan heel functioneel zijn, maar vergeet ook zeker het plezier in bewegen niet. Juist het plezier in bewegen maakt dat men vaker beweegt en het zorgt bovendien voor leuke, mooie momenten. Gebruik ook regelmatig materialen die uitnodigen tot bewegen. Denk aan een zacht balletje, wat je kunt rollen over de tafel, over en weer kunt gooien of kunt stuiteren. 

Betrek de mantelzorger

Leg de mantelzorger uit waarom beweging belangrijk is voor de cliënt. Het kan helpen om de mantelzorger te vragen wat hij/zij belangrijk vindt voor de cliënt, om daar vervolgens met jouw boodschap over het belang van bewegen bij aan te sluiten. De uitleg in de filmpjes van Erik Scherder bij elk van de beweegthema’s in de Beweeggids kan daarbij helpen. Maak de mantelzorger bekend met de handleiding voor mantelzorgers. Bespreek eventueel samen de beweegmomentjes, beweegvriendelijke inrichting, beweegspellen en apparatuur, oefeningen op de stoel en wandelen

Hoe vergroot je draagvlak binnen je organisatie en onder collega’s?

Wanneer cliënten en hun mantelzorgers door verschillende mensen regelmatig een positieve stimulans tot bewegen krijgen, stijgt de kans dat (meer) bewegen een gewoonte wordt. Het creëren van draagvlak is essentieel, maar kost tijd en moeite. Geef daarom vooral niet te snel op, maar betrek mensen op de werkvloer, leidinggevenden en directie. Maak duidelijk van welke voordelen cliënten profiteren als zij meer bewegen. Laat cliënten en mantelzorgers meepraten. Begin klein, en bouw uit bij succes. Informatie over het vergroten van draagvlak vind bij Stap 1 in het Stappenplan bewegen in de Ouderenzorg, zoals het college van Erik Scherder over de relatie tussen cognitie en bewegen. 

TIP: organiseer met collega’s en/of vrijwilligers een werksessie en ga samen aan de slag met het instrument Breng in Beeld uit de Starterskit. Hiermee kun je het beweeggedrag door de dag heen in kaart te brengen. Van daaruit kun je bepalen waar meer activiteit mogelijk is. Bij de stap Kennis en inspiratie vind je meer inspirerende voorbeelden.

Bewegingsgerichte zorg

Er is daarnaast meer informatie die je kan helpen om de zorg veel meer integraal en structureel in het teken te laten staan van veel bewegen.