Stap 1: Verkennen & inspireren

Zoals bij ieder thema neemt vaak iemand in de organisatie initiatief voor ‘meer bewegen in de eigen organisatie’. Vaak wordt het idee verkend (waarom is het nodig? en wat kan bewegen oplossen of brengen?). En meestal wordt al pratend uitgewisseld en inspiratie opgedaan over waarom meer bewegen van cliënten nuttig kan zijn en hoe het anders kan op het gebied van bewegen. Uitkomst is vaak dat een aantal mensen zich vastbijt op dit thema en een eerste ‘werkgroep’ ontstaat of dat er door iemand een stuk wordt geschreven over bewegen. Deze stap is vaak niet eens een bewuste stap, maar wel heel belangrijk. Het legt de basis voor een gedragen aanpak.

 

Initiatief nemen
Lego stenenHet begint vaak bij iemand in de organisatie die enthousiast is over wat bewegen kan betekenen voor de cliënten en de organisatie. Een persoonlijke of professionele bevlogenheid. Positieve persoonlijke ervaringen en/of kennis over het belang van bewegen maakt dat zo iemand het onderwerp binnen de organisatie wil agenderen en uitdragen. Maar aan welke verbeteringen op het gebied van bewegen kun je dan denken? Hieronder staan bouwstenen beschreven die de inspectie van gezondheidszorg (IGZ) heeft opgesteld om
bewegen onderdeel te maken van verantwoorde zorg: bouwstenen bewegen IGZ.

Zorgen met je handen op je rug
“Ik hoor vaak: kom, geef me eens een handdoek, ik wil mee helpen. Mensen zijn van huis uit ook gewend om mee te helpen met de afwas, dat geeft ze ook het gevoel dat ze weer wat zijn.” (Quote uit filmpje Het Laar Tilburg over ADL bewegen)

Als je zicht hebt op wat je allemaal kunt verbeteren op het gebied van bewegen, is het ook verstandig om een inschatting te maken hoeveel kans van slagen de verbetering op bewegen heeft. Met de checklist ‘vernieuwing doorlichten’ van ZonMw, is dit eenvoudig te doen.

 

Inspireren en agenderen
‘Bewegen is nodig! Bewegen is essentieel voor behoud van zelfredzaamheid en kwaliteit van leven.’ Het bereiken van een dergelijk gevoel bij sleutelpersonen in de organisatie zou mooi zijn. Het helpt daarbij als iemand zelf ook al iets heeft met bewegen. Dat ontdek je snel genoeg. Begin bij mensen die ook snel enthousiast worden over het idee, liefst met mensen van verschillende disciplines. Dit kan dus al in de beginfase. Een inspiratiebron voor velen zijn filmpjes van Erik Scherder. Hij vertelt als een ware inspirator hoe belangrijk bewegen is. Deze kun je aan anderen laten zien. Ook kan het volgende filmpje over hospitalisatie van zorgverleners de ogen openen van zorgmedewerkers.

Het kan ook handig zijn om iemand te vinden die naast affiniteit met bewegen ook goed een verbetering in de organisatie verder kan brengen, kijkend naar geloofwaardigheid, invloed of overtuigingskracht. De ‘checklist invloed afzender nagaan’ kan hierin helpen.

 

Bewustzijn voor bewegen vergroten
Ook kan je door het bewustzijn van collega’s te vergroten op bewegen bereiken dat de conclusie is: ‘we moeten hier wel echt iets mee’. Kort samengevat: ouderen in woonzorginstellingen bewegen echt veel te weinig. Ze zijn zelfs erg inactief. En dat terwijl bekend is dat regelmatige lichamelijke activiteit de gevolgen van het verouderingsproces kan vertragen en vitaliteit van ouderen in zorginstellingen kan stimuleren. De factsheet ‘belang van bewegen voor ouderen’ helpt om het verhaal over bewegen richting anderen goed te onderbouwen.

 

Draagvlak vergroten
Draagvlak creërenHet gevoel dat bewegen belangrijk of nodig is is natuurlijk niet genoeg. Voor een goede kans van slagen is draagvlak belangrijk. Het helpt hierbij dat er een opdrachtgever is die het idee omarmt en steunt. Het liefst hoog in de organisatie (directie of raad van bestuur, management). Het maakt de weg vrij, zodat het idee een goede kans van slagen heeft en geborgd is. Maar andersom is draagvlak op de werkvloer ook cruciaal. In de teams, op de afdelingen en bij de leidinggevenden. De gids ‘kennis op de werkvloer‘ beschrijft praktische werkvormen die in bestaande gesprekken gebruikt kunnen worden voor het verbeteren van draagvlak (inbreng, betrokkenheid en invloed). ook informatie over het opzetten van intercollegiaal overleg in de verzorging kan hierbij bruikbaar zijn. Dit document beschrijft hoe je dit goed kunt doen en bevat ook praktische werkvormen.

 

Wie zijn belangrijk bij bewegen?
Tip: Wat daarnaast helpt is bewegen niet als een op zichzelf staand doel te zien, maar als middel waarmee je doelen bereikt die voor iedereen van meerwaarde zijn. Denk aan kwaliteit van leven, meer zelfredzaamheid, meer eigen regie, valpreventie, minder complicaties en minder zorg(kosten). Hierbij heeft men minder het gevoel dat ‘er weer iets bij komt’ en verschuift het gesprek over iets extra’s erbij naar de dingen anders doen dan voorheen. Sla het komen tot een breed gedragen doelstelling vooral niet over. Het maakt dat meerdere disciplines en meerdere collega’s hun energie er in willen stoppen en het proces soepeler verloopt.

Actie: Draagvlak en urgentiegevoel creëren bij Raad van Bestuur, management en sleutelpersonen in de uitvoering.

 

Balans opmaken
Als je voor jezelf de balans wilt opmaken wat betreft draagvlak en urgentiegevoel in de organisatie, gebruik dan deze urgentiecheck om dit te doen.

 

Uit de praktijk
Cornelia Allevo startte op initiatief van het management een project Preventief bewegen (2009). De start was een voorlichting aan alle leidinggevenden van het verpleeghuis door twee fysiotherapeuten, de voortrekkers.

De leidinggevenden hebben we weten te overtuigen dat bewegen een even belangrijke plaats in de basiszorg moet innemen als het bieden van wassen en kleden, eten en drinken en medicijnen. En dat het hoort tot de dagelijkse taak van de verzorgenden en activiteitenbegeleiders.”

OuderenBelangrijk was ook het samenstellen van een werkgroep met de fysiotherapeuten en als vertegenwoordiger van elke afdeling een verzorgende of een activiteitenbegeleider. Ieder lid heeft ook een vervanger, zodat de verschillende afdelingen altijd vertegenwoordigd zijn bij de vergaderingen. Deze werkgroepleden zijn de aanjagers op hun eigen afdeling.

 

In deze eerste stap heb je gewerkt aan draagvlak, urgentie. Je weet welke collega’s enthousiast en geïnspireerd zijn om bewegen op te pakken. Bewegen staat op de agenda. Dan kun je nu over gaan naar Stap 2.