Bij een interne verzelfstandiging worden het beheer en de exploitatie van de accommodaties overgedragen aan een zelfstandig opgezet onderdeel van een gemeente. Dit onderdeel krijgt eigen verantwoordelijkheden, bevoegdheden, prestatieafspraken en een eigen budget. Afspraken hierover worden vastgelegd in een contract. De gemeente blijft financieel en bestuurlijk verantwoordelijk voor het beheer en exploitatie van de accommodatie (Hoekman et al., 2019).
Interne verzelfstandiging |
Voordelen |
Nadelen |
- Maximaal behoud van gemeentelijke invloed op beherende en uitvoerende taken
- Grote controleerbaarheid van te leveren prestaties op hoofdlijnen
- Formaliseren van bestaande afspraken en communicatielijnen
- Goede mogelijkheden voor sectoroverschrijdende samenwerking
- Synergie tussen beleidsontwikkeling en –uitvoering door korte lijnen
- Handhaving ambtelijke status voor betrokken personeel
- Geen re-integratiekosten
- Beter inzicht in exploitatiekosten accommodaties
|
- Grotere bestuurlijke en politieke invloed op bedrijfsvoering: dit is nadelig voor de bedrijfsmatigheid en slagvaardigheid
- Uitvoerings- en instandhoudingsrisico’s bij gemeente
- Zeer beperkte ruimte tot ‘ondernemen’
- Geen zakelijke relatie: werkgever/werknemer versus klant/leverancier
- Verminderde afbakening tussen kerntaak en uitvoeringstaak
- Beïnvloeding kostprijs door gemeentelijke overhead en doorbelastingen, tenzij de interne verzelfstandiging succesvol kan worden aangewend om deze kosten te elimineren
|
Praktijkvoorbeeld: Oosterhout
In Oosterhout is er sprake van interne verzelfstandiging van de gemeentelijke sportaccommodaties. Sportbedrijf Oosterhout is een onderdeel van de afdeling Sport, Cultuur en Welzijn en verantwoordelijk voor onderhoud, beheer en exploitatie van de binnen- en buitensportaccommodaties en zwembaden.