In het geval van externe verzelfstandiging richt de gemeente een zelfstandige rechtspersoon op die het beheer en de exploitatie van de betrokken accommodaties gaat uitvoeren. Dit kan in de vorm van een stichting, BV of NV. Hiervoor verstrekt de gemeente een subsidie of exploitatiebijdrage. De gemeente blijft hierdoor wel eindverantwoordelijk en houdt invloed via een exploitatieovereenkomst of toezichthouder (Hoekman et al., 2019). In 2019 maakte 32% van de (voornamelijk stedelijke) gemeenten gebruik van een extern zelfstandig sportbedrijf (Schadenberg & van Eldert, 2020).
Externe verzelfstandiging | |
---|---|
Voordelen | Nadelen |
|
|
Praktijkvoorbeeld: Lelystad
Bij externe verzelfstandiging ligt de uitvoering van exploitatie en beheer vaak bij een sportbedrijf. Sinds 1998 bestaat in gemeente Lelystad het Sportbedrijf Lelystad. Deze NV draagt zorg voor de uitvoering van de sportaccommodaties en het sportstimuleringsbeleid van de stad. Het sportbedrijf zorgt voor beheer, onderhoud en exploitatie van bijna alle binnen- en buitensportaccommodaties in de gemeente. Ook probeert het Sportbedrijf inwoners te stimuleren om sportief en recreatief in beweging te komen. Zij organiseert activiteiten en ondersteunt de bestaande verenigingen.
In juli 2021 heeft de rekenkamer Lelystad een rapport gepubliceerd waarin een aantal aanbevelingen staan om de continuïteit van het Sportbedrijf Lelystad en daarmee de continuïteit van de uitvoering van het sportbeleid in de gemeente te waarborgen:
- Er bestaan twijfels of de organisatievorm van het Sportbedrijf (te weten een NV) het meest geschikt is. Indertijd is voor deze vorm gekozen omdat voor btw-voordelen kon zorgen. Regelgeving is echter zodanig veranderd dat hier geen sprake meer van is.
- De rekenkamer raadt aan om periodiek te monitoren of het Sportbedrijf nog efficiënt te werk gaat en de gewenste maatschappelijke invloed heeft.
- Het college dient haar rol als eigenaar en opdrachtgever gestructureerd uit te voeren. Er wordt te weinig verantwoording gevraagd van het sportbedrijf en in de praktijk bepaalt niet de gemeente maar het bedrijf zelf welke werkzaamheden er uitgevoerd worden.