Als een gemeente economische activiteiten verricht met inzet van publieke middelen, dan kunnen de Europese staatssteunregels van toepassing zijn. Maar ook de Wet Markt en Overheid kan hierop van toepassing zijn. Het hangt af van de rol van de gemeente welke regels van toepassing zijn.
Als een gemeente zelf een sportaccommodatie exploiteert, geldt de Wet Markt en Overheid. Als de gemeente optreedt als steunverlener, dan gelden de staatssteunregels. Voordat bepaald kan worden welke regels van toepassing zijn, moet eerst worden vastgesteld of er sprake is van een economische activiteit. Een economische activiteit wordt als volgt gedefinieerd: “Iedere activiteit bestaande uit het aanbieden van goederen en/of diensten op een bepaalde markt” (VSG, 2022). In deze lijst staan voorbeelden van economische activiteiten. Als de activiteit binnen deze definitie valt, kan bepaald worden of er sprake is van staatssteun met de bijbehorende regels of dat de Wet Markt en Overheid van toepassing is.
De de-minimis verordening biedt vrijstelling van de staatssteunregels. Hierbij is er namelijk geen sprake van staatssteun. In het kort komt het erop neer dat gemeenten tot een bedrag van 200.000 euro aan steun mogen verlenen zonder dat er sprake is van staatssteun. Als dit het geval is, geldt de Wet Markt en Overheid.
Tip:
- De Vereniging Sport en Gemeenten onderhoudt een dossier over staatssteun. Hierin zijn de meest actuele ontwikkelingen opgenomen.