Omgevingswet en sportsector

In 2023 wordt de Omgevingswet van kracht. De wet moet zorgen voor een betere kwaliteit van de leefomgeving, een grotere keuzevrijheid voor ondernemers en kortere procedures en minder onderzoekslasten. De wet vervangt, vereenvoudigt en bundelt alle wetten op het gebied van de leefomgeving.

De Omgevingswet moet enerzijds de samenhang vergroten tussen milieu, veiligheid en ruimtelijke ordening en leefomgeving en tegelijkertijd burgers en organisaties in een vroeg stadium betrekken bij planvorming. Het is een ontwikkeling die ervoor moet zorgen dat zaken simpeler en sneller worden en beter passen bij de lokale situatie. Vanuit de Omgevingswet worden keuzes gemaakt over ontwikkelingen van gebieden en investeringen van de gemeente in (sport- en beweeg)faciliteiten en inrichting van de openbare ruimte die passen binnen de visie van de gemeente op een gebied.

De nieuwe Omgevingswet beoogt dat omgevingsbeleid ingezet wordt om het verbeteren van de gezondheidstoestand te ondersteunen. Hierin kan sport en bewegen en de inrichting van de buitenruimte een rol spelen. Dat is lang niet altijd bekend binnen gemeenten.

Vanuit de Omgevingswet worden gemeenten verplicht om een omgevingsvisie te ontwikkelen, met daarin de lange termijnvisie op een gezonde en veilige leefomgeving. In de (vrijwillige) programma’s kan vervolgens uitvoering gegeven worden aan die visie. De regels die gelden binnen een gebied of gemeente worden vastgelegd in een omgevingsplan. Het is van belang om vanuit sport- en bewegen in een vroeg stadium aan te haken bij het vormen van de omgevingsvisie, het programma en de omgevingsplannen, zodat de thema’s sport, bewegen en spelen voldoende geborgd zijn en blijven.

Tip: