Achtergrond
Sport vertegenwoordigt ook een (sociaal)economische waarde; sport levert direct of indirect geld op. Vaak gaat het om opbrengsten op de lange termijn. Lange termijn en duurzaam lokaal sportbeleid houdt dus niet alleen rekening met de kosten van sport, maar ook met de opbrengsten. Die opbrengsten zijn beschreven in een rapport.
Inhoud
Het rapport maakt gebruik van een model om de (sociaal)economische waarde van sport te berekenen op basis van drie hoofdgroepen. De resultaten worden in kaart gebracht voor twee leeftijdsgroepen: 5-24 jaar en 25-54 jaar.
Het model bestaat uit 3 hoofdgroepen te weten waarde gerelateerd aan:
- Arbeid
- Gezondheid
- Sociaal
De effecten in dit model betreffen zowel directe (financiële) als externe (maatschappelijke) kosten en baten. Hiervan is de waarde geraamd over de gehele verwachte levensduur van personen. Eventuele indirecte effecten, zoals de waarde van vrijwilligerswerk of winsten op de verkoop van sportattributen, zijn buiten beschouwing gelaten. Hetzelfde geldt voor de (economische) effecten van topsport en sportevenementen.
In het onderzoek is niet gekeken naar de kosten en baten van concrete projecten of interventies, maar naar de algemene impact van sport en bewegen gedurende het hele leven van mensen. Dit onderzoek betreft daarmee een geldelijke waardering van de effecten van sport en bewegen wanneer een persoon regelmatig sport en beweegt, ten opzichte van niet of nauwelijks sporten en bewegen.
rapportage ‘De sociaaleconomische waarde van sporten en bewegen’.
Lees ook het artikel ‘De sociaaleconomische waarde van sporten en bewegen’ op Allesoversport.nl
Bron
- Ecorys (2017). De sociaaleconomische waarde van sporten en bewegen. Rotterdam: Ecorys
Reken uit wat dit voor jouw gemeente zou kunnen betekenen
Bij het interpreteren van de resultaten moet met een aantal zaken rekening gehouden worden:
- Indicatie van economische waarde: Dit rapport is geen wetenschappelijke studie maar juist een vertaalslag van beschikbare wetenschappelijke kennis voor praktische toepassing. De resultaten moeten daarom opgevat worden als een indicatie.
- Afbakening: In dit rapport zijn effecten van sporten én bewegen geanalyseerd.
- Kosten van sport en bewegen: De kosten van sport en bewegen zijn buiten beschouwing gelaten in dit rapport.
- Gemiddelde Nederlander: Effecten zijn alleen indicatief voor willekeurig genomen groepen. In de praktijk zal beleid vaak gericht zijn op specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld lage inkomensgroepen). Voor deze groepen kunnen de gepresenteerde effecten mogelijk groter of kleiner uitvallen.
- Omgekeerde causaliteit: Op basis van de literatuur is niet altijd duidelijk of sport en bewegen ook daadwerkelijk de oorzaak zijn van bepaalde effecten. Zo hebben sportende mensen bijvoorbeeld minder verzuim, het zou echter ook kunnen dat mensen met een hoog verzuim niet sporten.
- Directe (financiële) en externe (maatschappelijke) effecten: Eventuele indirecte effecten, zoals de waarde van de verenigingsstructuur & vrijwilligerswerk of winsten op de verkoop van sportattributen, zijn buiten beschouwing gelaten. Ditzelfde geldt voor de waarde van bijvoorbeeld zwemlessen. Ook de (economische) effecten van topsport en sportevenementen zijn buiten beschouwing gelaten.
- Disconteren: Kosten en baten van een project vallen zelden precies gelijk in de tijd. Om de kosten en de baten goed te kunnen vergelijken zijn de verwachte baten teruggerekend naar het huidige moment. Kortom, een baat vandaag weegt relatief zwaarder dan over een aantal jaren.
Terug naar:
4. Onderbouwing en legitimering | Sportaanbieders
- Sport toekomst verkenning
- Facilitering aanbod dat aansluit op behoefte
- Open clubs voor sport en samenleving
- Vitale clubs voor sport en samenleving
- Ontwikkelingen in de fitnessbranche
Niet gevonden wat je zocht? Laat het ons weten via dit contactformulier op Kenniscentrumsport.nl, en selecteer als onderwerp ‘Monitoring en Evaluatie’.