Facilitering aanbod dat aansluit op behoefte

Nederlanders sporten en bewegen steeds meer. Ondanks dat veel mensen tegenwoordig individueel zonder aanbieder sporten, doet men dit ook nog veel bij sport- en beweegaanbieders. Van Kalmthout (2014) stelt “De belangrijkste rol van de sportvereniging is vanouds de organisatie van de sport (trainingen/lessen, competitie/toernooien e.d).

Elke sportvereniging vervult daarmee alleen al een belangrijke functie in de samenleving, zoals de gemeenschapszin/sociale verbondenheid (Human Capital model). Sportverenigingen zijn van belang voor de diversiteit van de Nederlandse sportinfrastructuur en vormen een basis voor sportparticipatie.”

Sport- en beweegaanbieders voldoen aan een behoefte die er is in de maatschappij: meer sporten. Een ander belangrijk onderscheidend punt van sport- en beweegaanbieders is het bieden van faciliteiten en deskundigheid. Bijvoorbeeld als een kind of jongere wil gaan turnen zijn er een trainer, een zaal en turntoestellen nodig. Die zijn te vinden bij een sportvereniging. Of bijvoorbeeld een volwassene wil steps lessen volgen, dit is mogelijk bij sport- en beweegaanbieders. Zo maken sport- en beweegaanbieders sporten toegankelijk.

Rapportage Sport – SCP

Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft in 2014 een uitgebreide Rapportage Sport gepubliceerd (Tiessen-Raaphorst, 2015). Een deel van die rapportage geeft informatie die relevant is ten behoeve van beleid gericht op verschillende soorten sportaanbieders en sportaanbod. In hoofdstuk 4 (paragrafen 4.4 en 4.5) staan gegevens en trends over deelname aan verschillende sporten, sportieve beweegactiviteiten en over deelname aan training en wedstrijden, en verdeling over type aanbieders. Informatie is waar mogelijk uitgesplitst naar achtergrondkenmerken van de bevolking. Hoofdstuk 7 geeft onder meer informatie over landelijke trends in ledenaantallen van verenigingen, sportaanbieders inclusief commerciële aanbieders, zwembadbezoek en dergelijke.

Ga naar SCP om Rapportage Sport 2014 te kunnen downloaden

 

Lidmaatschap van een sportvereniging is niet meer de overheersende wijze van sportbeoefening: in 2016 gaf 31% van de Nederlandse bevolking van 6 jaar en ouder aan lid te zijn van een sportvereniging. Andere kenmerken zijn:

  • 50% beoefent sport alleen.
  • 38% sport in een zelfgeorganiseerde groep van vrienden of kennissen (tabel 4.5).
  • 18% sport bij een commerciële sportaanbieder (vaak een fitnesscentrum, maar dit kan ook een zwembad, manege, skihal, enz. zijn)
  • 14% is actief in een ander verband (via sociaal cultureel werk, bedrijfssport, schoolsport, een sportvakantie enz.).
  • In totaal sport 45% van de bevolking in georganiseerd verband, dat wil zeggen als lid van een sportvereniging of als abonneehouder of klant van een commerciële sportaanbieder.

In welk georganiseerd verband men ook aan sport doet, vaak is deelname aan trainingen, lessen, competitie, toernooien en sportevenementen mogelijk. 46% van de bevolking en 60% sporters doen hieraan mee (tabel 4.7)

Van de sportende bevolking doet:

  • 49% mee aan lessen of trainingen;
  • 25 % mee aan competities;
  • 21% mee aan toernooien of sportevenementen.

Mannelijke en vrouwelijke sporters doen vrijwel even vaak mee aan het geheel van dit soort activiteiten, maar mannen doen vaker mee aan competitie en toernooien, terwijl vrouwen vaker trainingen of lessen volgen.

Meer informatie en trends over onder meer sportdeelname, lidmaatschap, en tevredenheid met het aanbod is te vinden via volksgezondheidenzorg.info

Bronnen

Kalmthout, J. van, (2014) Maatschappelijke méér­waarde sportverenigingen. Sport Bestuur en management februari 2014
Tiessen-Raaphorst, A. (2015). Rapportage sport 2014. Den Haag: SCP.

Terug naar:

4. Onderbouwing en legitimering | Sportaanbieders

Niet gevonden wat je zocht? Laat het ons weten via dit contactformulier op kenniscentrumsportenbewegen.nl, en selecteer als onderwerp ‘Monitoring en Evaluatie’.