Er zijn verschillende indicatoren die voor een gezonde leefstijl erg relevant zijn. Het gaat hierbij om het voldoen aan beweegrichtlijnen, mate van overgewicht en chronische aandoeningen. Daarnaast wordt er nog informatie gegeven over mensen met een beperking. Deze gegevens helpen je bij het monitoren van de volksgezondheid in jouw gemeente.
Weinig bewegen is een belangrijke risicofactor voor het krijgen van chronische aandoeningen zoals diabetes type 2 en hart en vaataandoeningen, en overgewicht. Als mensen eenmaal een chronische aandoeningen hebben, kan meer bewegen op verschillende manieren bijdragen aan een lagere ziektelast en betere kwaliteit van leven. In het geval van diabetes type 2 kan een gezonde leefstijl met voldoende bewegen en gezonde voeding er zelfs voor zorgen dat mensen geen medicatie meer nodig hebben.
- Voldoen aan beweegrichtlijnen (voorheen de verschillende beweegnormen). De richtlijnen zijn vastgesteld door de Gezondheidsraad, waarbij behoud van goede gezondheid door voldoende bewegen de basis is. Omdat in de grootste landelijke monitor van 2016 nog gebruik gemaakt wordt van de ‘oude’ beweegnormen (Nederlandse Norm Gezond Bewegen, Fitnorm en Combinorm), wordt daar ook nog naar verwezen.
Er zijn nog geen gestandaardiseerde vragen om te bepalen of mensen voldoen aan de nieuwe beweegrichtlijnen. Kijk voor meer informatie over de nieuwe beweegrichtlijnen bij ‘onderbouwing’ en op Allesoversport.nl “Hoeveel moet je bewegen volgens de beweegrichtlijnen?. - Mate van overgewicht. Overgewicht is gerelateerd aan bewegen en wordt bij verder gezonde mensen veroorzaakt door te veel eten in verhouding tot wat wordt verbruikt, onder meer door voldoende bewegen.
- Vóórkomen van, en zorggebruik voor verschillende leefstijlgerelateerde chronische aandoeningen.
- Vóórkomen van fysieke beperkingen.
Beweegrichtlijnen
Doel
Je krijgt een overzicht van het percentage volwassenen in jouw gemeente dat voldoet aan normen die tot 2017 golden.
- De (verouderde) beweegnorm: (minimaal 5 dagen 30 minuten matig intensief bewegen per dag).
- De (verouderde) fitnorm: tenminste drie keer per week gedurende minimaal 20 minuten zwaar intensieve lichamelijke activiteit.
- De (verouderde) combinorm: voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen of aan de fitnorm.
Achtergrondinformatie
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) berekent cijfers over de gezondheid en leefstijl voor alle wijken en buurten in Nederland. Deze cijfers komen uit de de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen die elke vier jaar wordt uitgevoerd door GGD’en, CBS en RIVM.
De beweegnorm is een van de kernindicatoren Sport om de stand van zaken op dit terrein in de tijd te kunnen volgen. De kernindicatoren zijn benoemd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). In 2017 is voor verschillende groepen de norm veranderd. Het is nog niet bekend wat dit betekent voor de vergelijkbaarheid van de gegevens over de verschillende tijdsperioden.
Het RIVM biedt via de website www.volksgezondheidenzorg.info open data en onafhankelijke en wetenschappelijk onderbouwde informatie.
Overgewicht
Doel
Je krijgt een overzicht van het percentage volwassenen met overgewicht en obesitas in jouw gemeente en op wijkniveau. Deze gegevens helpen je bij het monitoren van de volksgezondheid in jouw gemeente.
Achtergrondinformatie
Overgewicht is één van de indicatoren voor een ongezonde leefstijl die je in jouw gemeente kunt monitoren. Overgewicht verhoogt het risico op chronische aandoeningen, zoals diabetes type twee en hart- en vaataandoeningen. Deze cijfers komen uit net als de beweegcijfers uit de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen.
Overzicht databronnen OvergewichtMensen met een beperking
Doel
Je krijgt een overzicht van het percentage volwassenen met overgewicht en obesitas in jouw gemeente en op wijkniveau. Deze gegevens helpen je bij het monitoren van de volksgezondheid in jouw gemeente.
Achtergrond
Regelmatig bewegen en sporten heeft positieve effecten op de gezondheid en het welzijn, ook voor mensen met een beperking. Mensen met een chronische aandoening, lichamelijke en/of verstandelijke beperking bewegen echter minder dan mensen zonder een beperking.
Het stimuleren van bewegen voor mensen met beperking is belangrijk omdat zij een groter risico lopen om inactief te worden dan mensen zonder beperking. Inactiviteit versterkt de (bijkomende) symptomen van de beperking, zoals verminderde spierkracht, conditie, botdichtheid en bewegingsvaardigheden.
De groep mensen met een beperking is groter dan vaak wordt gedacht. In Nederland hebben ruim 1,7 miljoen kinderen en volwassenen een matige of ernstige beperking. Dit betekent 1 op de 10 Nederlanders.
De meeste gegevens worden evenals de andere data verzameld met de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen. Andere gegevens worden geleverd door het CBS en door het Verweij-Jonker Instituut.
Het overzicht op gezondheidsmonitoren geeft inzicht in de aantallen mensen met een beperking in jouw gemeente of regio. Deze cijfers helpen je bij het maken van (integraal) beleid.
Cijfers op GGD of wijkniveau over mensen met een verstandelijke beperking zijn helaas niet beschikbaar. Meer weten over landelijke cijfers, ga naar volksgezondheid.info/verstandelijke beperking.
Kinderen met een beperking/kinderen in het speciaal onderwijs
- percentage kinderen met een beperking op gemeenteniveau.
- provinciale cijfers van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs.
Niet gevonden wat je zocht? Laat het ons weten via dit contactformulier, en selecteer als onderwerp ‘Sport en bewegen mensen met een beperking’.
Terug naar boven