Stap 1 - Initiatief nemen

Een ander enthousiast maken voor het initiatief

Je wilt een samenwerkingsverband opzetten voor aangepast sporten. In deze fase worden eerste ideeën gevormd. Als initiatiefnemer zie je regionale samenwerking als oplossing voor een probleem. Het probleem is divers, zoals het achterblijven van de sport- en beweegdeelname van mensen met een beperking in jouw regio, het niet aansluiten van het sport- en beweegaanbod voor mensen met een handicap in de regio, het niet vindbaar zijn van het sport- en beweegaanbod door mensen met een beperking.

Meestal komt het initiatief vanuit de gemeente(n). Jij neemt het initiatief tot samenwerken en wilt mensen en organisaties zoeken die een bijdrage kunnen leveren aan een beter sport- en beweegklimaat voor mensen met een beperking.

Kijk hiervoor niet alleen binnen de groep mensen met wie je al veel samenwerkt, maar kijk ook buiten het bekende netwerk. Denk bijvoorbeeld aan omliggende gemeenten, sportaanbieders, zorg- en onderwijsinstellingen (waar mensen met een beperking zijn), bedrijfsleven en fondsen. Betrek je mensen tijdig, dat maakt dat zij zich meer betrokken voelen en dat het initiatief ‘van iedereen’ wordt.

Toelichting: mogelijke partners

 

 

Je hebt nu een groepje enthousiaste medestanders. Het is nog niet noodzakelijk om de afspraken officieel te regelen. Behoed je er ook voor om te snel tot actie over te gaan. Eerst vorm je met je medestanders een informele initiatiefgroep. Je kunt dit ook een informeel netwerk rondom je eerste initiatief noemen.

Samen werk je de eerste ideeën uit. Jullie bespreken de mogelijkheden van jouw idee en onderzoeken deze. Hiermee zorg je voor gedeeld eigenaarschap van het idee. Houd er rekening mee dat jouw eerste idee bijgesteld wordt door de inbreng van je medestanders. Zorg ervoor dat iedereen zijn mening mag geven (ook als dat niet jouw mening is!).

 

De volgende uitgangspunten helpen om betrokkenheid en duurzame samenwerking te creëren. Het is belangrijk dat:

  • je een gezamenlijke ambitie hebt;
  • de samenwerking toegevoegde waarde heeft voor de betrokken organisaties. De meerwaarde kan zich op verschillende manieren uiten. Denk hierbij aan het vergroten van de mogelijkheden en expertises, netwerken van de betrokkenen;
  • de samenwerking een bijdrage levert aan de doelen en resultaten van de betrokkenen. De samenwerking heeft hierdoor meer impact.

TIP: Werk vanuit een gedeelde passie

Zoek in deze fase naar partners met dezelfde passie. Voor het onderwerp in dit stappenplan kunnen we verwachten dat iedere partner affiniteit heeft met de groep mensen met een beperking. Bespreek wat hun passie is, vanuit daar ontstaat het enthousiasme. Deze gedeelde passie blijft een belangrijke energiebron. Een enthousiaste samenwerking maakt de start soepeler, staat sterker en bereikt meer.

TIP: Maak belangen bespreekbaar

Elke samenwerkingspartner heeft zijn eigen belangen. Eigen belangen zijn niet ‘vies’, ze zijn juist nodig voor de betrokkenheid en de persoonlijke motivatie om je in te zetten voor een initiatief. Het is aan te raden om aan het begin van de samenwerking belangen en verwachtingen helder uit te spreken naar elkaar. Deze mogen verschillen, maar moeten de gezamenlijke ambitie niet in de weg staan. Dit vraagt van alle partners om te luisteren zonder te oordelen, met begrip en ruimte voor de ander. Schuring of spanning in deze gesprekken mogen er zijn: liever nu dan later in de samenwerking.

Duurzame samenwerking vraagt om het regelmatig bespreken van deze belangen en verwachtingen. Hoe verloopt de samenwerking onderling? Hebben we samen nog dezelfde ambitie? Wijzigingen in de koers van de samenwerking of van individuele partners betekenen mogelijk verandering in de belangen of verwachtingen.

 

Toelichting: gemeentelijke rol in samenwerking

 

In regio Rivierenland werden de verschillende belangen bij de start van de samenwerking al duidelijk. Tijdens de eerste gesprekken bespeurde de regiocoördinator enige achterdocht. De organisaties zagen hem als een concurrent die gebruik maakt van dezelfde subsidiemogelijkheden. Ook was er sprake dat organisaties de successen van het samenwerkingsverband naar zich toe trokken, omdat dit cruciaal kon zijn voor de subsidieaanvraag voor de volgende periode.

Toen meer duidelijk werd wat de kracht van de regionale samenwerking was nam dit na verloop van tijd af. Door de samenwerking was er bijvoorbeeld voor de buurtsportcoach in een gemeente meer tijd om zich op andere doelgroepen te richten, omdat de coördinator zich kon inzetten om een plek voor een kind met een beperking te vinden. De gezamenlijke ambitie, het meer mensen met een beperking te begeleiden naar passend sportaanbod, staat nu centraal bij iedere ontmoeting met mensen van andere organisaties.