Beleidsanalyse gemeentelijk sportbeleid

Het analyseren van het lokale beleid op sport en bewegen voor mensen met een beperking is een belangrijke eerste stap. Het helpt om gericht aan de slag te gaan met het matchen van

  1. de vraag naar sport- en beweegactiviteiten voor mensen met een beperking en;
  2. het sport- en beweegaanbod voor mensen met een beperking.

Deze checklist helpt bij het uitvoeren van zo’n beleidsanalyse.

Checklist

De checklist bestaat uit 10 punten en kan worden uitgevoerd door het scannen/analyseren van verschillende beleidsdocumenten, visiedocumenten en uitvoeringsplannen van verschillende afdelingen. Denk bijvoorbeeld aan sport, gezondheid, welzijn, onderwijs en ruimtelijke ordening. Betrek ook, indien aanwezig, de overeenkomst regionale samenwerking aangepast sporten. Hieronder bespreken we kort de 10 punten. Daarbij stellen we telkens enkele richtinggevende vragen om de analyse te kunnen uitvoeren.

1. Visie en algemene uitgangspunten

In hoeverre heeft de gemeente een visie op het gebied van sport en bewegen in algemene zin en voor mensen met een beperking in het bijzonder? Denk hierbij aan het belang van bewegen in algemene zin, de maatschappelijke waarde van sport en bewegen, de inzet van sport en bewegen als middel om andere doelen te realiseren als het bevorderen van gezondheid, zelfredzaamheid en participatie.

2. Speerpunten/ambities/doelen

Wat zijn de belangrijkste speerpunten/ambities/doelen van de gemeente op het gebied van sport en bewegen in algemene zin en voor mensen met een beperking in het bijzonder? Zijn deze bijvoorbeeld vooral gericht op het faciliteren van sport en bewegen?  Of heeft de gemeente gericht aandacht voor sportstimulering voor mensen met een beperking?

3. Huidige stand van zaken – onderzoek

In hoeverre is binnen de gemeente zicht op de wensen en behoeften van inwoners op het gebied van sport en bewegen (vraag) en het sport- en beweegaanbod (aanbod)? Hoe actueel zijn deze cijfers? Geven de betreffende onderzoeken een duidelijk beeld van alle inwoners, dus ook de mensen met een beperking?

4. Doelgroepen

In hoeverre richt de gemeente zich op specifieke doelgroepen als het gaat om het stimuleren van sport en bewegen en op welke wijze krijgt de doelgroep ‘mensen met een beperking’ aandacht?

5. Beleidsinstrumenten

Welke beleidsinstrumenten zet de gemeente in om uitvoering te geven aan het sport- en beweegbeleid? Denk hierbij aan sportstimulering, vervoer, beschikbaarheid en toegankelijkheid accommodaties, sporthulpmiddelen, minimaregelingen, (structurele) budgetten, subsidies, etc.

6. Inzet buurtsportcoach

Zijn binnen de gemeente één of meerdere buurtsportcoaches actief en zo ja, krijgt de doelgroep ‘mensen met een beperking’ specifieke aandacht?

7. Aanbieders

In hoeverre is binnen de gemeente zicht op aanbieders van aangepast sport- en beweegaanbod? Op welke wijze worden deze gefaciliteerd? In hoeverre wordt samengewerkt met aanbieders uit de regio?

8. Vindplaatsen

In hoeverre is binnen de gemeente zicht op de vindplaatsen voor specifieke doelgroepen, zoals mensen met een beperking? Denk hierbij aan scholen in het primair en speciaal basis- en voortgezet onderwijs, welzijnsorganisaties, gezondheidscentra, jongerencentra, huisartsen, etc.

9. Aanpalend beleid

Welke andere beleidsterreinen zijn direct of indirect betrokken bij sport en bewegen in algemene zin en voor mensen met een beperking in het bijzonder? Denk hierbij aan jeugdbeleid, onderwijsbeleid, welzijnsbeleid, gezondheidsbeleid, WMO, ruimte, etc.

10. Rol van de gemeente

Bij het ontwikkelen en realiseren van beleid kan de gemeente verschillende rollen aannemen. Voor het maken van keuzes kan de gemeente zich de volgende vragen stellen:

  • welke rol wil en kan een gemeente vervullen in relatie tot sport en bewegen voor mensen met een beperking?
  • welke consequenties heeft dat voor haar beleid, voor haar financiën en voor de uitvoering?

Een gemeente kan globaal de volgende rollen aannemen:

  • Uitvoerder
    De rol als uitvoerder is gericht op het zelf uitvoeren van sport- en beweegactiviteiten, de exploitatie en het beheer van (multifunctionele) accommodaties, de realisering van sportvoorzieningen en/of het organiseren van sportevenementen.
  • Regisseur
    De rol van regisseur houdt een wijze van sturen in die is gericht op de afstemming van de actoren, hun doelen en handelingen tot een samenhangend geheel, met het oog op een te behalen resultaat. Een regisserende gemeente stelt zich op als verbinder binnen de lokale samenleving, zonder dat ze over de partijen formeel zeggenschap heeft of hier verantwoordelijkheid voor draagt.
  • Facilitator
    Een faciliterende gemeente creëert de juiste voorwaarden voor initiatieven van burgers en/of organisaties die bijdragen aan het behalen van een bepaald resultaat of die een doel dichterbij te brengen.
  • Stimulator
    Een stimulerende gemeente enthousiasmeert, motiveert, moedigt aan en bevordert initiatieven, ideeën en/of activiteiten die positief bijdragen aan de geformuleerde (beleids)doelen.

(bron: Beleidswijzer Sport & Bewegen. Kenniscentrum Sport & Bewegen (2017)

Hoe kunt u deze beleidsanalyse gebruiken?

Zoals gezegd geeft deze beleidsanalyse zicht op de wijze waarop sport en bewegen voor mensen met een beperking is ingebed in het gemeentelijk beleid. De analyse is te gebruiken in combinatie met de vraag- en aanbodanalyse. Op deze wijze krijg je zicht op mogelijke witte vlekken in het aanbod binnen je gemeente en kun je gericht keuzes maken in de (door)ontwikkeling van gemeentelijk beleid.