Niet voor alle vraagstukken zullen cijfers op lokaal niveau beschikbaar zijn. In die gevallen is het nuttig om na te gaan of er methoden beschikbaar zijn die je kunt benutten om bepaalde cijfers op gestandaardiseerde wijze te verkrijgen.
Er zijn diverse instrumenten beschikbaar die al dan niet via een opdrachtverstrekking benut kunnen worden.
Voorbeelden zijn:
Gestandaardiseerde methode | |
Richtlijn Sportdeelname Onderzoek (RSO | De RSO bestaat uit een vragenlijst om de sportfrequentie, sporttak, sportvorm, organisatievorm en accommodatiebenutting van de bevolking in kaart te brengen. Daarnaast zijn richtlijnen opgesteld voor de onderzoeksmethode, verschillende leeftijdsgroepen, het toonblad met sporten, missende waarden en de weegprocedure. Met deze richtlijn wordt onderzoek naar sportdeelname gestandaardiseerd en zijn resultaten beter vergelijkbaar. Zie ook: Mulier Instituut | Methoden en dataverzameling |
SQUASH | Het doel van de SQUASH-vragenlijst is om gebruikelijk sport- en beweeggedrag in kaart te brengen. De vragenlijst is gestructureerd naar domeinen van activiteit (woon-werkverkeer (lopen en fietsen), huishouden, werk/school (werk, buitenspelen, bewegingsonderwijs, schoolzwemmen) en vrije tijd (wandelen, fietsen, tuinieren, klussen, buitenspelen, zwemles en sporten).
Afhankelijk van de leeftijd van de deelnemer worden activiteiten wel/niet uitgevraagd. Per activiteit worden frequentie en duur uitgevraagd. De vraagmodule is ontwikkeld door het RIVM. Met de vraagmodule worden de kernindicatoren ‘voldoen aan de beweegrichtlijnen’ en ‘wekelijkse sportdeelname’ bepaald via een gestandaardiseerde werkwijze. Daarnaast kan per individu het algemene activiteitsniveau worden bepaald. Het RIVM presenteert de resultaten die met de vragenmodule zijn verkregen op landelijk, regionaal en lokaal (gemeente, wijk en buurt) niveau. Voor een beschrijving van deze en andere methoden zie ook: www.sportenbewegenincijfers.nl/methode. |
Instrument | Gestandaardiseerde methode | |
Verenigingsmonitor | In een verenigingsmonitor komen verschillende aspecten van het functioneren van een vereniging aan bod. Te denken valt aan ledentallen, activiteiten, bestuur, beleid, kader, externe contacten, financiën, accommodatie en maatschappelijke oriëntatie. Een verenigingsmonitor kan worden uitgebreid met thematische blokken over bijvoorbeeld gezonde sportkantines, energiemaatregelen en seksuele intimidatie of een vitaliteitsindex. Zie ook: Mulier Instituut – Monitoring | Verenigingsmonitor |
Instrument | |
KISS rapportage voor gemeenten | Het Kennis- en Informatie Systeem Sport (KISS) is een informatiesysteem voor de sport, waarin een aantal fundamentele kengetallen met betrekking tot lidmaatschap bij sportbonden* overzichtelijk worden gepresenteerd tot op wijk- en PC4-niveau. Hiervoor kan contact opgenomen worden met kiss@nocnsf.nl |
Motorische vaardigheden | Met het BeweegABC kunnen scholen de beweegprestaties van leerlingen gedurende de hele basisschoolperiode volgen. Er bestaat de mogelijkheid voor gemeenten om op groepsniveau resultaten in te zien en zo de motorische vaardigheden van scholieren in de gemeente te monitoren. Zie ook: Vereniging Sport en Gemeenten | Beweeg ABC |
Sportdeelname index | NOC*NSF meet maandelijks de Sportdeelname Index. Deze Sportdeelname Index is vertaald en toegepast naar een frequente sportdeelname meting op gemeenteniveau voor de doelgroep 5 t/m 80 jaar. Zie ook: NOC*NSF Sportdeelname Index |
Ruimte-instrumenten | Het Mulier Instituut heeft ruimte-instrumenten ontwikkeld waarmee inzicht verkregen kan worden in de behoefte aan buitensport-, binnensportaccommodaties en de openbare ruimte. In deze instrumenten worden het huidige aanbod, de bezetting en huidige vraag, trends, ontwikkelingen en de toekomstige vraag en beleidsimplicaties in beeld gebracht. Zie ook: Mulier Instituut | Ruimte-onderzoekZwembaden Het Mulier Instituut heeft in samenwerking met het werkveld een openbaar toegankelijk planningsinstrument ontwikkeld voor het bepalen van de behoefte aan overdekt zwemwater. Dit planningsinstrument maakt gebruik van planologische, empirische, technische en beleidsmatige normen/richtlijnen en onderscheidt vijf typen zwemactiviteiten bij het bepalen van de behoefte: leren zwemmen, zwemsport, banenzwemmen, doelgroepenzwemmen en pretzwemmen. Daarnaast wordt per zwemactiviteit inzicht geboden in het daarvoor aanwezige geschikte zwemwater. Zie ook: Mulier Instituut | Planningsinstrument zwembaden |
Heat Maps | Middels heatmaps kan de beweegvriendelijke omgeving van ieder adres in Nederland gevisualiseerd worden. De heatmaps kunnen voor de volgende vijf (deel)indicatoren worden berekend: sportaccommodaties, sport- en speelplekken, sport-, speel- en beweegruimte, wandel- en fietspaden en nabijheid van voorzieningen. Zie ook: Mulier Instituut | Heatmaps |
vorige pagina volgende pagina