Welke informatie is hiervoor nodig?

De vraagstukken zijn benoemd. Welke informatie heb je nodig om antwoord op je vragen te vinden? En krijgt hiermee elke betrokkene de informatie die hij nodig heeft? Houd rekening met de verschillende informatiebehoeften van personen of partijen.

Stel de volgende vragen en beantwoord deze samen voor een goed zicht op de informatiebehoefte:

  1. Welke informatie geeft ons voldoende inzicht in de beantwoording van een specifiek vraagstuk?
  2. Welke factoren zijn van invloed op het vraagstuk en moeten we dus ook in beeld brengen?

Bij het beantwoorden van de tweede vraag is het goed te weten dat factoren die van invloed zijn op een vraagstuk veelvoudig zijn.

Stel dat je vermoedt dat er sprake is van bewegingsachterstand in je gemeente en je wilt bewegen stimuleren, dan is het niet voldoende enkel te kijken naar de mate waarin inwoners bewegen. Dit zal onvoldoende informatie opleveren om met de problematiek aan de slag te gaan. Van belang is om te komen tot een gedegen analyse van het vraagstuk om zo ook te komen tot de juiste interventies om in te zetten. Daarbij is het goed om ook ‘secundaire’ factoren mee te nemen.

Deze ‘secundaire’ factoren zijn onder te verdelen naar onderstaande categorieën:

  • persoonlijke kenmerken, interpersoonlijke relaties (zoals het gezin en vrienden);
  • de sociale en fysieke omgeving (de buurt of de wijk) en
  • gemeentelijke of landelijke kenmerken (zoals economie, beleid, infrastructuur).

Informatiebehoefte in Clubstadseland

In het kader van het integrale sport- en beweegbeleid dat in de gemeente Clubstadseland wordt gevoerd is vanuit sportservice Clubstadseland het initiatief genomen voor een domein overstijgende bijeenkomst waarin de informatiebehoefte rondom het sport- en beweegbeleid is besproken. Dit heeft per vraagstuk de volgende wensenlijst opgeleverd:

Toekomstbestendigheid van sportaccommodaties en sportverenigingen

  • Waar bevinden zich nu (en straks) onze sportaccommodaties?
  • Hoe staat het met de bereikbaarheid en het exploitatieniveau van de accommodaties?
  • Wat is het energielabel van de accommodaties?
  • Hoe vitaal zijn onze verenigingen?
  • Hoe staat het met sportdeelname in de gemeente (binnen en buiten de verenigingen)?
  • Hoe staat het met de bezettingsgraad van onze sportaccommodaties?

Sport als middel voor participatie in de samenleving en tegengaan van eenzaamheid bij ouderen

  • Hoe staat het met sportdeelname onder de oudere inwoners in de gemeente?
  • In welk verband sport deze groep?
  • Hoe staat het met eenzaamheid in de gemeente?
  • Hoe staat het met de inzet van onze buurtsportcoaches op dit thema?

Gezond bewegen en plezier in sport bij kinderen

  • Hoe staat het met beweeggedrag (beweegrichtlijnen, buitenspelen, lopen en fietsen naar school, sporten) bij de kinderen in onze gemeente?
  • Hoe staat het ervoor met de beweegvriendelijkheid van onze gemeente?
  • Wat weten we over de motorische ontwikkeling bij de basisschoolleerlingen?
  • Is er bij de sportverenigingen aandacht voor het plezier in sporten?
  • Hoe staat het met het percentage overgewicht en obesitas onder kinderen in onze gemeente?
  • Doet deze groep kinderen voldoende mee in sport- en bewegen?
  • Hoe staat het met de inzet van onze buurtsportcoaches op dit thema?

Wanneer je hebt bepaald wat je precies wilt weten en welke informatie je hiervoor nodig hebt (de informatiebehoefte), is het belangrijk om dit door te vertalen naar een concrete lijst met indicatoren. Voor een gerichte dataverzameling breng je ook prioriteiten aan.

Het is zinvol om per vraagstuk de volgende verdiepende vragen te beantwoorden:

  • Welke indicator(en) is/zijn veelzeggend voor het vraagstuk waar we aan gaan werken?
  • Welk (type) data heb je dan nodig (kwalitatief of kwantitatief)?
  • Op welk aggregatieniveau (gemeenteniveau/buurtniveau) speelt het vraagstuk en heb je dus data nodig?

 

vorige pagina volgende pagina