Werken met (lokale) data voor lokaal sportbeleid

Werken met (lokale) data draagt bij aan een onderbouwd sportbeleid gedurende de gehele beleidscyclus, van ontwikkeling tot uitvoering, zie ook de Beleidswijzer Sport en Bewegen. Voor je aan de slag gaat met allerhande databanken en onderzoeksrapporten is het goed om even stil te staan bij waar je de data die je gaat verzamelen voor wilt inzetten.

Zo kunnen data gebruikt worden:

  • ter onderbouwing van de ontwikkeling van beleid en/of akkoorden: waar moeten we beleid en/of uitvoering op richten?;
  • om inzicht te krijgen in effecten van beleid en daarmee de mogelijkheid om beleid bij te sturen: moeten we beleid of uitvoering bijsturen aan de hand van gemonitorde processen/resultaten/effecten?;
  • voor het volgen van ontwikkelingen en prestaties van het sportbeleid: hoe verloopt de uitvoering van de plannen/doelen?;
  • voor het verantwoorden van de investeringen ten behoeve van beleid: hebben investeringen geleid tot de gewenste resultaten/effecten? en
  • als input voor verbetering van werkprocessen en samenwerkingsprocessen in beleid en praktijk.

Toepassingen van data

Hoe ga je aan de slag met data binnen je gemeente? Dat hangt af van de situatie en eventuele vraagstukken die er leven.

  • Zo kunnen data helpen om inzicht te krijgen in de stand van zaken in een gemeente. Er hoeft geen specifiek vraagstuk te spelen. Je verzamelt data over bijvoorbeeld sportdeelname, doelgroepen en sportaanbod binnen de gemeente en vergelijkt dit met het landelijk beeld. Door de verzamelde data te interpreteren en duiden kunnen vervolgens aandachtspunten en prioriteiten voor het sportbeleid geformuleerd worden (beleidsontwikkeling). Hierbij gebruik je data om gericht beleid in te kunnen zetten.
  • Anderzijds kun je vanuit een specifiek vraagstuk dat lokaal speelt (bijvoorbeeld de wens om een sportpark efficiënter te gaan gebruiken) gericht op zoek gaan naar informatie. Op die manier toets je een bestaand vraagstuk en probeer je dat verder inzichtelijk te krijgen.

De onderwerpen die we in deze handreiking bespreken zijn voor beide toepassingen relevant.

Informatiebehoefte

Wil je informatie gericht inzetten, dan is het belangrijk dat je zowel vanuit beleid als praktijk een helder beeld hebt van wat je nu precies wilt weten. Iedereen en elke partij die een rol speelt in het sport- en beweegbeleid in de gemeente heeft een informatiebehoefte, deze verschilt waarschijnlijk. Daarom bepaal je de informatiebehoefte liefst domein overstijgend en samen met het werkveld.

In de beleidsvoorbereiding is het aan te raden een zogenaamde startfoto te maken van het lokale sport- en beweeglandschap op basis van relevante data en informatie. Hiermee beantwoord je de vraag: hoe is de situatie nu? Met de startfoto kun je het gesprek voeren over de huidige situatie en de wenselijke situatie in de toekomst. In het hoofdstuk ‘Maak een startfoto van het lokale sport- en beweeglandschap’ gaan we hier verder op in.

In de handreiking werken met lokale (sport)data stellen we een aantal vragen centraal om het doelgericht werken met en benutten van data te faciliteren:

  • Wat wil je weten?
  • Welke informatie is hiervoor nodig?
  • Waar en hoe is de informatie te vinden?
  • Hoe wil je de informatie presenteren?
  • Hoe geef je duiding aan de data?
  • Wat verwachten we voor de toekomst?

 

vorige pagina volgende pagina