Hoe geef je duiding aan data?

Alleen een cijfer zegt niet zoveel. Het is daarom belangrijk om bij het gebruiken van data voor beleid de cijfers te duiden, ofwel na te gaan wat ze voor jouw gemeente en situatie betekenen. Ga met elkaar in gesprek om de uitkomsten te leren begrijpen.

Het begint bij het bekijken van de cijfers:

Wat zeggen de cijfers en herkennen jij en jouw collega’s zich in het beeld dat de cijfers schetsen?

Zoek naar mogelijke verklaringen, zeker als er onenigheid is over de herkenbaarheid van de cijfers. Ben je daarbij ook altijd bewust van waar de cijfers vandaan komen: welke partij heeft de cijfers verzameld en heeft deze daar een belang bij? Zoek naar referentiemateriaal, zodat je de score van (of binnen) jouw gemeente in perspectief kunt plaatsen.

Stel: je hebt het sportdeelnamecijfer voor jouw gemeente kunnen achterhalen, hoe verhoudt zich dit tot het landelijke cijfer? En ten opzichte van een vergelijkbare gemeente? Vervolgens is de vraag of deze cijfers op een vergelijkbare wijze verzameld zijn. Indien dat niet het geval is, kun je ze beter niet als vergelijkingsmateriaal gebruiken.

Tip

Op Monitoring Nationaal Sportakkoord kun je als gemeente voor de indicatoren die worden gepresenteerd per deelakkoord de score van je gemeente vergelijken met gemeenten vergelijkbaar in aantal inwoners of stedelijkheidsgraad.

Stel: je constateert in de data dat een specifieke wijk afwijkt ten opzichte van de overige wijken in de gemeente. Ben je dan bewust van de mogelijke verklaringen die hieraan ten grondslag (kunnen) liggen. Ongeacht of de afwijking wel of niet overeenkomt met je verwachting.

Ga na welke kenmerken deze specifieke wijk heeft en of deze het afwijkende beeld kunnen verklaren. Wonen er bijvoorbeeld veel ouderen? Dan is het wellicht niet vreemd dat het lidmaatschap van een vereniging in de wijk lager is dan in de rest van de wijken. We weten immers dat ouderen doorgaans minder vaak lid zijn van een sportvereniging.

Vragen die vervolgens relevant zijn:

  • In hoeverre is de afwijking van het gemiddelde gunstig of niet?
  • Is dit beeld vanuit beleid te beïnvloeden?
  • Past een interventie op het betreffende thema binnen het uitgestippelde beleid?

Door deze vragen hardop te stellen en met elkaar te beantwoorden begrijp je wat de uitkomsten voor jouw gemeente daadwerkelijk betekenen. Je plaatst ze in perspectief van het huidige beleid en de bredere context van de gemeente. Ze kunnen tevens het aanknopingspunt zijn om opnieuw met elkaar of met andere partijen of beleidsterreinen in gesprek te gaan.

Duiding bij de startfoto voor Clubstadseland

Uit de startfoto blijkt dat 49,5% van de inwoners van Clubstadseland wekelijks sport. Daarmee ligt de sportdeelname onder het landelijk gemiddelde van 53%. Dit is mogelijk het gevolg van het feit dat het aandeel 65-plussers in Clubstadseland groter is (20%) dan het aandeel ouderen in Nederland (18%). Ouderen sporten minder vaak wekelijks dan kinderen, jongeren en volwassenen.

Verschil in wijken

Het verschil tussen wijken in het voldoen aan de beweegrichtlijnen is mogelijk te verklaren doordat de nieuwere wijken (Molenwijk2 en Stadseland Zuid) zeer beweegvriendelijk zijn ingericht en er vooral jonge gezinnen wonen. Zij voldoen vaak aan de beweegrichtlijn (vanuit het belang van een gezonde leefstijl), maar zijn minder vaak lid van een sportvereniging doordat zij zich in een drukke levensfase bevinden.

Populaire sporten

De populaire sporten in Clubstadseland zijn voornamelijk commerciële of individuele sporten (fitness, hardlopen, zwemmen en sportief wandelen). Alleen wandelen en tennis zijn ‘traditionele’ verenigingssporten. Dit beeld komt overigens overeen met landelijke ontwikkelingen. De gemeente investeert veel geld in verenigingssporten en het op peil houden van de sportaccommodaties waar verenigingssporten gebruik van maken.

De gemeente realiseert zich dat zij meer naar de beweegvriendelijkheid van de openbare ruimte moeten kijken om ook de anders georganiseerde sporters te faciliteren.

Sportaccommodaties

Het aantal sportaccommodaties per 10.000 inwoners is in Clubstadseland (20,1) overigens iets lager dan in andere matig stedelijke gemeenten in Nederland (22,3), toch komt de afstand tot een sportaccommodatie overeen met het landelijke gemiddelde van 800 meter.

Eenzaamheid

Eenzaamheid is een maatschappelijk probleem. De gemeente is van mening dat elk individu dat zich eenzaam voelt er een teveel is. Het percentage volwassenen dat zich eenzaam voelt (40%) wijkt niet af van het landelijke gemiddelde (39,8%). Toch blijft het voor de gemeente een belangrijk agendapunt.

Tip

Welke factoren bepalen de keuze om wel of niet te gaan sporten? Hoe zijn die factoren aan elkaar gerelateerd? Het verklarend model voor sportdeelname (SCP) analyseert dit via een sociaalecologisch model wat bepalend is voor frequente sportdeelname van jongeren en volwassenen.

Samenvattend zijn de volgende vragen belangrijk bij het duiden van cijfers:

  • Wat zeggen de cijfers?
  • Herkennen we ons in het beeld dat door de cijfers wordt geschetst?
  • Kunnen we de uitkomsten (en eventuele verschillen) verklaren?
  • Is dit beeld vanuit beleid te beïnvloeden?

 

vorige pagina volgende pagina