Integrale Kostendoorberekening

  Belangrijkste kenmerken

    • Voor elk tarievensysteem per 2012 verplicht volgens Wet Markt en Overheid, tenzij gebruik gemaakt wordt van de uitzonderingsregel
    • De overheid moet kostendekkende tarieven rekenen
    • Kostprijs van alle sport- en beweegaccommodaties moet worden doorgerekend
    • Transparant en overzichtelijk systeem

  Best practices

Baarn

In 2011 heeft Gemeente Baarn besloten om over te stappen van een beleid dat was gebaseerd op historische ontwikkelingen tot een systeem op basis van integrale kostenberekening. In dit systeem betaalde altijd een gebruiker per uur, waarbij de prijs per uur afhing van de tak van sport, teamaanduiding (bijvoorbeeld jeugdcategorieën goedkoper), geslacht (bijvoorbeeld damesvoetbal goedkoper) en het soort gebruik (bijvoorbeeld onderwijs goedkoper). Elk jaar werden de tarieven vervolgens stapsgewijs verhoogd.

Vanuit de gemeenteraad werd gevraagd onderzoek te doen naar een minder complex systeem met een evenrediger verdeling in kosten tussen gemeente en gebruiker. Ter ontwikkeling van het nieuwe beleid zijn de volgende stappen gemaakt:

  • Het huidige beleid is geïnventariseerd en geanalyseerd. De bestaande accommodaties, gebruikers en subsidie- en tarievenstructuren zijn in kaart gebracht en per accommodatie is een kosten-baten analyse gemaakt.
  • Er is een benchmarkanalyse gemaakt van zeven nabij liggende gemeenten, welke tarievenstructuur zij gebruikten en hoe zij hiertoe kwamen.
  • De belangrijkste voor- en nadelen van verschillende varianten zijn geformuleerd en deze besproken met groepen gebruikers van de accommodaties om hun mening te vragen.

Op basis van al deze input heeft de gemeente vervolgens gekozen voor een tarievenbeleid op basis van een dekkingspercentage van de kostprijs. De gebruikers blijven per uur betalen, maar het tarief is nu gebaseerd op een percentage van de daadwerkelijke kosten van de accommodatie.

Brummen

Brummen gebruikt een tarievensysteem op basis van een integrale kostenberekening. Alle kosten van accommodaties worden per sport bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal locaties. Zo wordt voor elk voetbalveld dus van dezelfde prijs uitgegaan. Het kostendekkingspercentage van elk type voorziening is vastgezet op 30%. Het idee hierachter is dat elke burger moet kunnen kiezen voor elke sport in de gemeente. Ook al liggen de kosten van bijvoorbeeld een zwembad hoger dan van een voetbalveld.


  Context

Een tarievensysteem op basis van integrale kostprijs is verplicht volgens de Wet Markt en Overheid. Het biedt de mogelijkheid om op transparante wijze de relatie tussen de accommodatiekosten en het gehanteerde tarief in beeld te brengen.

Kostprijsberekeningen kunnen per gemeente verschillen afhankelijk welke kosten worden doorgerekend. Je kunt kiezen voor een kostprijs in- of exclusief kapitaallasten of een kostprijs in- of exclusief groot onderhoud.

Het komt voor dat een volledige doorberekening van de kosten (nog) niet wenselijk is omdat die voor de meeste gebruikers niet op te brengen zijn. Daarom kiezen gemeenten soms voor het doorberekenen van een percentage van de kosten of het compenseren van de kosten door middel van een subsidie.

 

Tarieven op basis van integrale kostendoorberekening
  Voordelen   Nadelen
  • Er wordt voldaan aan de Wet Markt en Overheid (2012).
  • Er is een duidelijke relatie tussen het prijskaartje van de gebruiker en de kosten van de accommodatie.
  • Het systeem is transparant en goed uitvoerbaar, omdat met een simpel rekenprogramma veranderingen in de kostprijs doorberekend kunnen worden in het tarief:
    • De gemeente heeft de zekerheid dat (een bepaald percentage van) de kostenstijgingen door inkomsten wordt gedekt.
    • De gebruikersgroepen weten in een vroeg stadium de consequenties van (tussentijdse) tariefaanpassingen.
  • Zowel voor de gemeente als voor de gebruiker wordt de omvang van de indirecte subsidie duidelijk zichtbaar.
  • Het is voor de gemeente vaak lastig om vanuit de financiële administratie tot op accommodatieniveau een kostprijs te bepalen.
  • De kostprijs van accommodaties kan jaarlijks verschillen zonder dat hiervoor beleid is vastgesteld.
  • Er kan sprake zijn van accommodaties waarvoor geen kapitaallasten in de begroting zitten.
  • Er kan prijsverschil ontstaan tussen dezelfde soort accommodaties van verschillende leeftijd.
  • Er zijn mogelijk grote (onwenselijke) verschillen in tarief per tak van sport. Hierdoor kiezen gemeenten soms voor verschillende dekkingspercentages voor verschillende takken van sport (verschil binnensport en buitensport) wat tot discussie kan leiden.
  • De mogelijkheden om het tarief als sturingsmiddel te hanteren nemen af.