- Betrek lokale stakeholders, zoals het onderwijs, het welzijnswerk, de woningbouwcorporatie, zorgcentra, sportaanbieders, bewonersvereniging, etc, bij je analyse.
- Voer een BVO Scan uit. Dat kan een Wijkscan zijn (waarmee je de beweegvriendelijkheid van de wijk in kaart brengt) of een Schoolpleinscan (als je gericht aan de slag wilt met het beweegvriendelijker maken van schoolpleinen en schoolzones).
- Kijk voor mogelijke middelen ook bij andere afdelingen binnen de gemeente en bij regelingen vanuit de Provincie, het Waterschap of het Rijk en in de sportsubsidiedatabase.
- Maatschappelijke trends en ontwikkelingen die van belang kunnen zijn voor je analyse vind je onder andere op de website van het Sociaal Cultureel Planbureau, het Centraal Bureau voor de Statistiek, het RIVM of het Planbureau voor de Leefomgeving (Mobiliteit).
- Op www.sportenbewegenincijfers.nl vind je lokale en regionale informatie over sport en bewegen, waaronder de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO). Dit is een kwantitatief meetinstrument dat op postcodeniveau een hardwarescore geeft, op basis van 4 deelindicatoren.
- Het RIVM heeft een website met geschatte data over leefstijl en welzijnsindicatoren op buurtniveau.
- In het whitepaper ‘Speel, ren, fiets, skate, zwem, sup en bewandel… de route naar een beweegvriendelijke omgeving’ staat een aantal instrumenten benoemd die je kunnen helpen bij het analyseren van de situatie in jouw stad, gemeente, wijk, dorp, kern of buurt.