Beschrijving

Het agenderen van een beweegvriendelijke omgeving kan op de volgende drie manieren:

  1. Als inbreng bij de missie/visie van een gemeente. Denk hierbij aan de gezonde stad, de bewegende stad, fietsgemeente, healthy ageing, groene stad, child friendly city, etc. of sectoroverstijgende/ overkoepelende beleidsplannen, zoals de omgevingsvisie.
  2. Vanuit het beleid van een sector, zoals sport en bewegen, recreatie, gezondheid, verkeer, openbare ruimte, beheer, etc.
  3. Als inbreng bij de ontwikkeling van een gebied zoals de zogenoemde (mee)koppelkansen bij bijvoorbeeld een mobiliteitsopgave, een herstructurering van de wijk, vernieuwen van rioleringen, etc.

In dit stappenplan kijken we met name naar punt 2 en 3: het beleid vanuit de diverse sectoren en naar mogelijke koppelkansen bij andere ontwikkelingen in de gemeente of wijk.

geïllustreerd voorbeeld van een beweegvriendelijke omgeving: fietspad langs een park en speeltuin

Aanleiding

Er zijn talloze aanleidingen om aan de slag te gaan met de beweegvriendelijke omgeving. Dit kan voortkomen uit een burgerinitiatief voor een veilige route naar school of de aanleg van een mountainbikeroute. Of een adviesbureau kan bij de herinrichting van een wijk de vraag stellen aan de gemeente om bij het ontwerp van een nieuwe wijk rekening te houden met voldoende faciliteiten om te sporten en bewegen. Maar natuurlijk ook naar aanleiding van een nationaal of provinciaal beleidsstuk, denk aan de Nationale Omgevingsvisie, het Nationale Preventieakkoord of het Nationale Sportakkoord.

Urgentie

Beantwoord hier de volgende vraag: waarom moet de beweegvriendelijke omgeving op de agenda en waarom is het belangrijk in jouw gemeente?

Er zijn drie manieren om urgentie te formuleren:

  1. Formuleer een startnotitie voor meer sport, spelen en bewegen in de gemeente of in de wijk. Probeer zoveel mogelijk andere sectoren te vinden om dit gedeeld probleem gezamenlijk aan te pakken.
  2. Probeer de startnotitie te formuleren op een hoger abstractieniveau. Denk aan een insteek als gezonde leefomgeving, groene stad, child-friendly city, (sociale) veiligheid in de wijk, etc. Dan vormen sporten, spelen en bewegen een onderdeel van een grotere urgentie en is het makkelijker om medestanders te vinden.
  3. Start de notitie vanuit een gedeeld middel in plaats van een gedeeld doel. Neem bijvoorbeeld ‘lopen en fietsen’. De afdeling Verkeer en Vervoer ziet een kans om hun doelen duurzame mobiliteit en minder files te bereiken. Je collega’s bij Welzijn zien mogelijkheden voor het stimuleren van meer onderlinge ontmoetingen en het terugdringen van eenzaamheid. Op de afdeling Gezondheid zien ze kansen voor een gezondere leefstijl en op de afdeling Sport en Recreatie worden ze zelfs dubbel enthousiast: zo krijgen hardlopen en wielrennen in de openbare ruimte én fietsen naar je sportclub meer aandacht.

Zo kom je tot een startnotitie

  • Definieer het probleem.
  • Omschrijf waarom het belangrijk is dat er binnen de gemeente of wijk nieuw beleid gemaakt wordt op het onderwerp beweegvriendelijke omgeving en hoe het gedefinieerde probleem wordt opgelost door de omgeving beweegvriendelijker te maken?
  • Zoek raakvlakken vanuit andere beleidsterreinen waarmee je het belang van een beweegvriendelijke omgeving duidelijk kunt maken.
  • Beperk je voor de beweegvriendelijke omgeving niet alleen tot nieuwbouw of herinrichtingsprojecten, maar kijk ook wat je in bestaande gebieden of op braakliggende terreinen zou kunnen doen.

Bij het tabje Tips en handreiking vind je een checklist voor een startnotitie.

Netwerkanalyse

Een netwerkanalyse helpt bij het onderbouwen van de startnotitie en het creëren van draagvlak. Kijk wie de relevante partijen en personen zijn. Denk hierbij aan de uitvoerende organisaties in de wijk, collega-beleidsmedewerkers van andere afdelingen (zoals zorg, ruimtelijke ordening, onderwijs, welzijn, wonen, sport en bewegen, jeugd, ouderen, verkeer, openbare ruimte), gebiedsregisseurs, het college van B&W, sportaanbieders, de GGD, de provincie, de woningbouwcorporatie, het onderwijs, etc.

Heb je alle partijen in beeld? Definieer dan ook welke rol iedere partij heeft en hoe belangrijk ze zijn binnen hetgeen je wilt gaan bereiken. Zo bepaal je welke partijen en personen er essentieel zijn en wie je wellicht in een later stadium aan laat haken.

Draagvlak

Om voor draagvlak te zorgen moet je je goed afvragen wie je nodig hebt. Is het de lokale politiek, zijn het afdelingshoofden van andere beleidssectoren, of zijn het externe organisaties zoals scholen en sportverenigingen?

Niet iedereen is misschien direct overtuigd van de urgentie van een beweegvriendelijke omgeving. Investeer daarom in overleg om je visie over te brengen en te verkennen welke belangen de ander heeft. Wat kun jij voor hen betekenen? Vorm eventueel nu al een projectteam, dat bespoedigt de uitvoering in Fase 2.

terug verder