Intersectoraal beleid

  Belangrijkste kenmerken

    • Sport kan worden ingezet om doelen van andere beleidsterreinen te helpen behalen
    • Financiële middelen worden zo efficiënter ingezet
    • Bestaande beweegactiviteiten kunnen worden ingezet voor andere beleidsterreinen in plaats van bestaande praktijken
    • Belangrijk dat andere sectoren vroegtijdig worden betrokken om budgetten en menskrachten samen te brengen

  Best practices

De omgekeerde aanpak in Soest

In de gemeente Soest zijn buurtsportcoaches via een omgekeerde aanpak aangesteld: organisaties uit het sociale domein en de kinderopvang hebben een plan en een begroting (met cofinanciering) ingediend bij de gemeente voor de inzet van een buurtsportcoach. De gemeente heeft feedback gegeven op de plannen en ze grotendeels gehonoreerd. Dit heeft geleid tot veel enthousiasme en draagvlak bij andere sectoren voor de inzet van de buurtsportcoach en sport als middel. Buurtsportcoaches zijn in dienst bij en worden gefinancierd door verschillende partners. De gemeente coördineert het geheel. Lees meer over de omgekeerde aanpak in Soest en de buurtsportcoaches die sport en bewegen als middel inzetten vanuit zorg en werk & inkomen.


  Context

Sport en bewegen is niet alleen een doel op zich. Sport en bewegen kan heel goed worden ingezet om doelstellingen van andere beleidsterreinen te bereiken. Het kan bijdragen aan een verbeterde gezondheid, bevordert sociale cohesie, verbetert leerprestaties, vergroot het gevoel van veiligheid, et cetera. Sport- en beweegbeleid is soms zelfs integraal onderdeel van gezondheidsbeleid.

Sportverenigingen verbreden steeds vaker hun activiteiten en hun maatschappelijke rol wordt steeds nadrukkelijker benoemd. Sportaccommodaties worden multifunctionele accommodaties, waarmee meerdere doelen bereikt worden. Kortom, de sport- en beweegsector kan een waardevolle bijdrage leveren aan de uitdagingen en ambities van gemeenten.

Efficiënter benutten van financiële middelen

Het inzetten van sport en bewegen in andere domeinen biedt kansen voor het efficiënter benutten van financiële middelen. Als sport en bewegen ingezet wordt in plaats van reeds bestaande aanpakken binnen die andere domeinen, kunnen geldstromen samenkomen en kan er met hetzelfde geld meer worden bereikt. Denk bijvoorbeeld aan een buurtsportcoach die aansluiting vindt bij een sociaal wijkteam en zo kwetsbare doelgroepen bereikt. Of een buurtsportcoach die nauw samenwerkt met het jongerenwerk. Een ander voorbeeld is het inzetten van een beweeginterventie om eenzaamheid bij ouderen tegen te gaan.

Een integrale aanpak voor sport en bewegen raakt aan verschillende beleidsterreinen naast het sport- en beweegbeleid zelf. Hierbij is niet alleen het vroegtijdig betrekken van deze andere sectoren van groot belang, maar ook het zoeken en benoemen van de voordelen en doelen van sport- en beweegbeleid vanuit hun perspectief, de parallelle belangen.

Voorbeelden kunnen zijn:

  • meer sport en bewegen leidt tot minder schooluitval en hogere slagingspercentages (onderwijs),
  • meer lopen en fietsen en minder vervuiling (milieu),
  • minder uitkeringen door betere opleiding,
  • fittere mensen die sneller een baan vinden (financiën) en
  • het langer in goede gezondheid leven van ouderen.

Dit kan uitmonden in een verregaande samenwerking tussen beleidsterreinen waarbij budgetten, menskracht en uiteenlopende invalshoeken bij elkaar komen.

Daarnaast levert goede intersectorale samenwerking onder meer een betere afstemming van vraag en aanbod, betere signaleringsmogelijkheden en een groter netwerk en deskundigheid op.

Samenwerken en afstemmen met andere sectoren wordt aanbevolen en heeft grote voordelen, maar blijkt in de praktijk ook vaak lastig. Samenwerking kan vastlopen door verschillende (tegengestelde) visies, onbekendheid met elkaars werkterrein, werkwijze en belangentegenstellingen. Ga daarom op zoek naar de juiste samenwerkingspartners, naar gedeelde visies, belangen en oplossingen. (bron: Beleidswijzer Sport en Bewegen)


  Tips