Stap 3 Selectie van indicatoren

tip ouderen

De volgende stap is het selecteren en vaststellen van je indicatoren.

Om inzicht te geven in resultaten en effecten worden indicatoren gebruikt. Een indicator is een meetbaar begrip met een signalerende functie. Indicatoren geven inzicht in concrete activiteiten, prestaties en effecten. Voorbeeld: Als het beleidsdoel is dat meer inwoners voldoende bewegen, dan is een mogelijke indicator het percentage inwoners dat voldoet aan de beweegrichtlijnen. Voorbeelden van indicatoren zijn te vinden via Werken met indicatoren voor Sport- en Beweegbeleid, Monitor Sport en Gemeenten of Kernindicatoren sport en bewegen.

Er zijn verschillende soorten indicatoren te onderscheiden:

  • Inputindicatoren zeggen iets over de middelen (het personeel, het materieel, de hulpbronnen en het geld) die worden ingezet om beleidsdoelstellingen te realiseren.
  • Throughputindicatoren zeggen iets over de verzameling van activiteiten, ook wel interne werkprocessen, die in de betrokken organisatie worden uitgevoerd.
  • Outputindicatoren brengen de prestaties in kaart (de producten, de diensten en resultaten van de activiteiten) die worden geleverd om beleidsdoelstellingen te realiseren. Prestaties zijn producten en/of verstrekte diensten die het directe gevolg zijn van een bepaalde activiteit: het aantal activiteiten, het aantal deelnemers, de tevredenheid van deelnemers, het percentage van de doelgroep die je bereikt of wenst te bereiken.
  • Outcome-indicatoren geven een beeld van de maatschappelijke effecten of uitkomsten op het niveau van een individu of een groep van individuen die met de beleidsdoelstellingen worden nagestreefd.
  • Omgevingsindicatoren helpen de beleidsverantwoordelijken te verklaren hoe het beleid (gewenst of ongewenst) is beïnvloed door omgevingsvariabelen (politiek, trends, rages, concurrentie, het weer).


Ga naar 'Input, throughput, output en outcome indicatoren'