Als praktijkondersteuner kun je de Beweegcirkel gebruiken om mensen te begeleiden en stimuleren meer beweging in hun dag te brengen. De Beweegcirkel helpt op een gestructureerde manier door middel van kleine stappen over bewegen te praten en meer beweging in de dag te brengen. Zo heeft de persoon die je begeleidt het gevoel dat hij/zij het overzicht heeft en zelf keuzes maakt over het eigen beweeggedrag.
Casus: toepassing Beweegcirkel door praktijkondersteuner
Mevrouw (59) komt in het kader van CVRM bij jou als praktijkondersteuner. Ze heeft sterk overgewicht en prediabetes. Zij en haar man hebben beiden al een tijd leefstijl gerelateerde problemen en werken niet meer.
Praktijkondersteuner (POH): Goedemiddag, ik pak uw gegevens erbij. Uw bloed is bekeken en ik zie dat de waarden weer wat slechter zijn geworden. Als ik over een wat langere periode kijk, zie ik de hoeveelheid medicatie langzaam omhoog kruipen. Ik ben benieuwd: Hoe ervaart u uw gezondheid? En loopt u tegen problemen aan?
Mevrouw: Mijn gezondheid is best goed. Ik kan alles goed onder controle houden met de medicatie. Ik ben niet veel ziek en kan nog bijna alles doen wat ik wil. Mijn dochter helpt me één keer in de week met het huishouden en doet dan de zware boodschappen.
POH: Hoe denkt u dat het in de toekomst wordt, bijvoorbeeld over 3 of 5 jaar? En zou u niet graag zo lang mogelijk veel zelf doen?
Mevrouw: Nou, het is bij mij net net zoals bij anderen: alles wordt minder naarmate je ouder wordt, dat moet je accepteren. Mijn buurman heeft via de gemeente thuishulp en een traplift. Dus als mijn dochter het niet meer aankan, vraag ik gewoon hulp aan, daar hebben we al voldoende aan meebetaald.
POH: Ik wil u niet bang maken, maar ik zie veel mensen in mijn praktijk die extra aandoeningen krijgen, meer medicatie moeten gebruiken en jong veel hulp nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat ze door diabetes problemen krijgen met lopen. En rekent u zich niet al te rijk, de gemeente krijgt het steeds moeilijker om alle gevraagde hulp te leveren en vraagt hoge bijdragen. We bespraken de vorige keer dat u risico loopt diabetes te ontwikkelen, naast uw hartproblemen. Deze aandoeningen samen maken het leven een stuk lastiger. We hebben besproken dat het kan helpen om meer te bewegen en wat af te vallen. Het is misschien lastig voor te stellen, maar dit kan helpen voorkomen dat u toch diabetes krijgt. Bovendien zult u zich fitter voelen. De vorige keer gaf u aan bang te zijn om teveel te bewegen en daardoor meer last te krijgen van uw hart. Maar met een rustige opbouw is bewegen veilig, als uw hartslag wat verhoogt of u een beetje buiten adem raakt is dat een teken dat u goed bezig bent voor uw gezondheid. Ik heb een paar patiënten die meedoen aan de gecombineerde leefstijlinterventie en hoor enthousiaste verhalen.
Mevrouw: Ik weet dat je dan ook naar de diëtist moet. Daar heb ik met mijn ervaringen van tien jaar geleden geen zin in: je mag niks meer en ze wijzen altijd met het vingertje alsof alles je eigen schuld is. Ik zie mezelf niet in een strak pak in de sportschool tussen die slanke sprieten, waarvoor ik dan nog een hoop geld moet betalen ook.
POH: Ik wil u niet aanpraten om daaraan mee te doen. Gezonder worden begint al met iets meer bewegen door de dag heen, alle kleine beetjes helpen. Laten we kijken wat u doet en waar u nog mogelijkheden ziet zonder dat extra tijd en geld kost. Vindt u dat goed?
Mevrouw: Kijken kan altijd, maar ik vraag me af of het zin heeft.
POH: We gebruiken de Beweegcirkel. Bij de eerste stap vullen we in wat u op een normale dag doet: in de ochtend, middag en avond. Het gaat om alles qua beweging, het huishouden, lopen en fietsen.
Mevrouw: Niet alle dagen zijn gelijk. ‘s Ochtends zijn we thuis en haal ik de post uit de brievenbus in de hal van de flat, dan loop ik over de galerij. Mijn dochter komt voor de koffie en neemt boodschappen mee. Daarna doen we samen wat in huis. Ik stof af of vouw de was op, zij stofzuigt en maakt de bedden op. Als mijn dochter niet komt, drink ik koffie bij de buurvrouw. ‘s Middags doe ik nog wat andere dingen in huis en ga ik koken. Soms komen mijn kleinkinderen (buurkinderen) van 8 en 6 jaar langs en doen we een spelletje. ‘s Avonds doe ik niet veel, dan ben ik moe.
POH: Nu bekijken we wat u leuk vindt, of misschien vroeger wel leuk vond maar nu niet meer doet.
Mevrouw: Ik vind niet veel leuk denk ik. Zoals ik al zei, mij zie je niet in de sportschool. Vroeger wandelden we met de kinderen en gingen we naar de speeltuin. Tot mijn 12e zat ik op gym.
POH: Als we rustig beginnen, wat zou u dan eens uit willen proberen: meer lopen, naar de speeltuin, vaker de trap nemen, zelf wat meer in het huishouden doen, of dagelijks lopend wat boodschappen doen in plaats van dat uw dochter de meeste boodschappen in één keer doet?
Mevrouw: Niet alles tegelijk! Huishouden is sowieso niet leuk, dus dan iets van wandelen. Dat is ook goed voor mijn man, als ik die meekrijg. De speeltuin kan ook, daar heb ik nooit aan gedacht omdat we altijd een bordspelletje spelen als we limonade drinken. Hier in de flat ga ik altijd met de lift omdat ik drie verdiepingen te veel vind. Maar één verdieping kan ik wel eens proberen.