In module 1 en 2 heb je geleerd dat er verschillende typen ouders zijn die allemaal bepaalde drijfveren belangrijk vinden. Je hebt gereflecteerd op jouw eigen drijfveren en bent in de schoenen gaan staan van verschillende ouders. Maar waar moet je op letten als je met ouders in gesprek bent? Hoe achterhaal je de drijfveren van ouders tijdens zo’n gesprek? Dat leer je in module 3. Zo meteen volgen vier verschillende casussen. Er wordt steeds een stukje van de casus beschreven, met daarbij een vraag of opdracht.
Let op: de casussen zijn een versimpelde versie van de werkelijkheid. Normaal gesproken zul je de kinderen en hun ouders meestal meer dan één keer zien en zullen niet alle thema’s (zo snel achter elkaar) aan bod komen in één gesprek. De casussen zijn vooral bedoeld om je te laten nadenken over hoe je in bepaalde situaties kunt reageren.