Op hogere leeftijd fit, vitaal, zelfredzaam en in goede gezondheid blijven, vraagt om een minimale hoeveelheid beweging. De beweegrichtlijnen geven aan hoeveel beweging minimaal nodig is voor een positief effect op de gezondheid. Deze aanbevelingen vanuit de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad richten zich op verschillende vormen van bewegen, zoals matig intensieve inspanning, bot- en spierversterkende activiteiten en balansoefeningen [3].
De beweegrichtlijn voor 65-plussers is als volgt:
- Bewegen is goed, meer bewegen is beter.
- Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, verspreid over diverse dagen.
- Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten, aangevuld met balansoefeningen.
- En: voorkom veel zitten.
De beweegrichtlijnen kunnen dienen als hulpmiddel om senioren die weinig actief zijn, te motiveren om in beweging te komen en handvatten te geven om voldoende te gaan bewegen. Belangrijk om hierbij te onthouden is: elke stap naar meer bewegen telt en draagt bij aan gezondheidswinst.
Feiten en cijfers: zoveel bewegen senioren
In 2022 voldeed 45,8% van de volwassenen (18 t/m 64 jaar) aan de beweegrichtlijnen. Met 43,3% bewegen senioren (65 tot en met 79 jaar) iets minder en van de 80-plussers voldoet slechts 19,5% aan de beweegrichtlijnen. Ook blijkt voldoende sporten en bewegen voor senioren met lagere opleidingsniveaus of senioren met (niet-westerse) migratieachtergrond vaak niet vanzelfsprekend: slechts 25% van de senioren met een lager inkomensniveau haalt de beweegrichtlijnen. Verder blijkt dat 31% van de senioren met een lichamelijke beperking minder vaak sport en beweegt [2].