Vervolg casus: Vera en Robin vanuit een ander perspectief (voorbeeld 2)
Tijdens het gesprek is Vera vrij bescheiden en kalm en kijkt ze de kat uit de boom. Het hoeft van Vera niet te gek; gewoon is goed genoeg en ze vindt het fijn als ze weet waar ze aan toe is. Ook houdt ze van activiteiten die in de buurt zijn. Dat is veilig en vertrouwd. Zo kunnen Vera en Robin wel contact houden met kinderen en ouders die ze al kennen. Wat Vera ook fijn vindt is dat deze activiteiten ervoor kunnen zorgen dat Robin zich goed staande kan houden in de maatschappij, met respect voor andere mensen.
Wat zou er bij Vera en Robin te zien kunnen zijn als het gaat om bewegen?
Vera geeft aan dat ze waarde hecht aan contact met kinderen en ouders uit de buurt die ze al kennen. Robin zou dus bijvoorbeeld met een paar buurtkinderen in de dichtstbijzijnde speeltuin kunnen spelen: dat zorgt voor het sociale contact en is dichtbij. De volgende situatie zou zich in het dagelijks leven van Robin en Vera af kunnen spelen:
Robin speelt een potje voetbal met andere buurtkinderen in de speeltuin tegenover zijn huis. Hij is goed in beweging, want hij rent fanatiek achter de bal aan. Hij wordt flink geblokkeerd door een jongen van de tegenpartij, maar laat zich niet gek maken. Er staan een paar ouders te kijken naar hun kinderen die voetballen, maar moeder Vera is lekker zelfstandig aan het werk in de tuin: ze snoeit de heg en kijkt naar het voetbalveld om te kijken hoe het met Robin gaat.